Dat je achter de computer zit. Boos. Foeterend. Gefrustreerd bijna. Je wilde leven, beleven en schrijven toen je voor jezelf begon. Mensen ontmoeten. En hun verhalen optekenen. Echte verhalen.
Dat was de inzet. Je wilde iets teweegbrengen. Altijd. Iedere dag.
En dan productomschrijvingen moeten zitten uitwerken. Steriel zakelijke webteksten moeten schrijven, enkel en alleen om te worden opgepikt door zoekmachines. Door machines nota bene. Een stortvloed aan karakterloze karakters pruttel je uit. Tikken. Rammelen. Zinloze zinnen. Zonder zin.
Dat wringt.
Je weet dat het moet. Omdat het betaalt. Maar het is in strijd met alles waar je voor wilt staan en voor wilt gaan.
Dat zijn van die momenten dat je je computer het liefst een keiharde dreun voor zijn scherm zou willen verkopen. Alsof die er iets aan kan doen.
Gelukkig ben ik hierin niet de enige.
Vanmorgen ben ik op de koffie gegaan bij een collega-tekstschrijver. Hadden we een paar weken geleden al afgesproken. Om eens bij te praten. Over de liefde, het leven en het werk. Om al heel snel tot de gezamenlijke ontdekking te komen dat die koffie juist vandaag als geroepen kwam. Omdat je juist vandaag die tekst moest schrijven die je niet wilde schrijven. Die zinloze tekst.
Een koffiepauze van twee uur werd het.
Een mooi gesprek. Waarin zich het ene na het andere nieuwe idee aandiende. Plannen om mensen te boeien en binden. En te voorkomen dat we alleen nog maar tekstmachines zouden worden die achteloos teksten uitspugen zolang je er maar voldoende geld in stopt.
Met de accu weer opgeladen, rammelde ik ’s middags vlug nog even die teksten voor die zoekmachine eruit. Hoppakee. Om zinnen te maken, moet je af en toe gewoon even de zinnen verzetten …
Leuk geschreven! Ik vrees dat geen zoekmachine mij ooit gaat vinden… ;-)
Zou anders ook een mooie challenge voor je zijn ;-)