Vandaag ben ik boos geworden.
En als je me kent: ik word niet snel boos.
Wat is er aan de hand?
Afgelopen maand heb ik een personeelsadvertentie voor TIMBOR mogen maken. Wat er gebeurde nadat de advertentie online was geplaatst, was buiten alle proporties. De advertentie werd massaal geliket en gedeeld en kreeg ON-GE-KEND veel complimenten en duimpjes. Op LinkedIn, Facebook en Twitter.
Echt bizar.
Waarom dan zo boos?
Gisteren ontdekte ik dat een ander bedrijf de tekst uit de advertentie buiten mijn medeweten om had gestolen en op gruwelijke wijze had verkracht om zelf personeel te werven.
Eerst voelde ik me nog enigszins gevleid.
Ze kopiëren je. Dat is een compliment. Toch?
Daarna dacht ik: ja, maar wacht eens even. Zit ik daar te zweten om origineel te zijn, gaat een ander er met het idee en de duimpjes voor zijn originele insteek vandoor. Dat klopt niet, toch?
En mag dat eigenlijk zomaar?
Nee. Niet dus. Op tekst zit auteursrecht. Ook als die tekst wordt aangepast? Ja, ook als die tekst wordt aangepast.
En dus heb ik het bedrijf gesommeerd de advertentie te verwijderen en mij schadeloos te stellen. Is dat laatste niet wat overdreven, dacht ik nog wel?
Maar nee. Hoe langer ik er over nadacht, hoe meer gekwetst ik me voelde. Met het ongevraagd gebruiken en verminken van mijn teksten, wordt mijn naam en creativiteit te grabbel gegooid. Want misschien rijzen er wel twijfels: zou Jeroen dat idee soms hebben gejat toen hij de advertentie maakte …?
Twijfels bij mijn opdrachtgever; bij TIMBOR dus. Twijfels bij mensen die de advertentie hebben gezien. En twijfels bij potentieel nieuwe klanten. In het ergste geval loop ik er misschien juist wel opdrachten door mis …
En dus een claim. Een meer dan terechte claim.
Want jij pikt iets van mij. En dat pik ik niet.
Om te voorkomen dat ik nog eens boos moet worden (wat ik helemaal niet wil) en als bescheiden bijdrage aan een wereld met meer fatsoen en respect voor creativiteit, plaatste ik deze op LinkedIn:
Geef een reactie