Tussen de oren

Dre_boxer

Een verzoekje aan u. Omwille van Dré.

Het gaat hem namelijk even niet zo lekker. Kijk, dat hij zachtaardig is, zelfs onderdanig, weten we natuurlijk al veel langer. Het is een goedzak. Iemand die met alles en iedereen het beste voor heeft en zichzelf op het tweede plan zet. Die voor iedereen een lebber klaar heeft. Altijd. Voor ons, voor u, maar ook voor andere honden. Tenminste, de meeste honden, want het gekef en gekonkel van veel extra small honden komt zelfs hem de laatste tijd zijn keel uit. Maar dat terzijde.

Daarom ook verbaasde ons zijn gedrag van de laatste tijd zo.

Want zo nu en dan gromde hij. Kortstondig. Uit het niets. Niet naar ons, maar naar bezoek. En niet uit kwaaiigheid. Niet uit hitsigheid. Niet om nu eens te laten zien wie hier de baas in huis is. Nee. Dat was het allemaal niet. Dat zagen wij ook wel. Maar waarom dan wel?

Natuurlijk hebben we hem zelf hem geanalyseerd. Wanneer vertoonde hij dit gedrag? Tegen wie? Zat er een patroon in? Een ritme?

Maar nee, we zagen het niet. Konden niets ontdekken. Zagen alleen dat hij zijn sombere dagen had. Dat het leek of hij het allemaal niet meer zo goed wist. Ga ik naar binnen of naar buiten? Binnen of buiten? Van die dagen dat hij slecht at. Veel zuchtte. Dat hij met afgezakte schouders door het huis slenterde. Of uren met zijn kop op de vensterbank naar buiten tuurde. Gedachteloos.

En wat doe je dan als je er zelf niet uitkomt? Als op hem inpraten niet helpt, maar slechts met een droeve blik wordt beantwoord?

Inderdaad, dan bel je de psychiater. De zielendokter. Of gedragstherapeut, zoals dat voor honden heet. En die zat maandagmiddag dus bij ons. Anderhalf uur lang. Dré ‘op de bank’ en de ‘peut’ die hem observeerde en ons vragen stelde.

Welnu, wat blijkt: de jongen is wat onzeker.

Niet nodig. Vind ik ook. Hij is sterk, gezond, vitaal en ziet er gewoon goed uit, merk ik ook op aan de schalkse blikken die hij van menig teefje mag ontvangen. Maar als dat tussen de oren zit, dan krijg je er dat niet zomaar uit. Zeker niet als die afstand – zoals in zijn geval –  heel groot is.

En het is niet dat wij hem niet belonen voor goed gedrag, dat wij hem niet steunen of niet af en toe een schouderklopje geven. Jazeker wel. Maar de een heeft nu eenmaal wat meer schouderklopjes nodig dan de ander.

De hond is wat dat betreft niet anders dan de mens: ook wij vinden het belangrijk om af en toe eens een compliment van een buitenstaander of vreemde te ontvangen; in plaats van alleen maar van je naasten. Toch?

En dus mijn verzoek.

Als u Dré tegenkomt, laat hem dan merken dat hij er mag zijn. Spreek hem eens aan. Werp hem eens een vriendelijk woordje toe. Zeg hem gewoon eens dat hij er vandaag weer goed uit ziet. Straal liefde uit. Vertrouwen in hem. Dat hebben we allemaal af en toe nodig. Ook hij.

Alvast bedankt.

 

Gerelateerde artikelen