‘Papa, waar ligt de schroefmachine?’
Oudste komt het kantoor binnen gelopen. Ze is in de schuur een of andere constructie aan het maken van oude planken. Heeft op eigen houtje de verschillende delen al op maat gezaagd. En wil die nu aan elkaar gaan maken.
Ik kijk haar lichtelijk geërgerd aan.
Hoe kan ze dat nu aan mij vragen? Ik ben een schrijver. Ik schrijf. Ik tik. Elke dag van de week. Ik pieker en prakkiseer, droom en fantaseer. Beroepsmatig. Ik heb toch helemaal geen schroefmachine nodig; ook omdat ik het eigenlijk wel prettig vind als er af en toe een schroefje los zit.
En ja, ik schaaf aan teksten. Bouw verhalen. Klus aan artikelen. Met woorden als stenen. Spaties als specie.
Maar vraag me niet waar het schroefmachine ligt.
Want ik schroef niet, ik schrijf, zeg ik haar. Met mijn balpen als rolmaat.
Af en toe stel ik me ons samen wel eens voor als een act in het circus. Hij is de bal, ik sta daar bovenop. Als clown of acrobaat, naar gelang de aard van het publiek. Ik die stuur. Hij die met me mee rolt. De piste in, de bühne op. Beweeglijk en onvoorspelbaar. En de mensen die applaudisseren.
De pen en ik, als een twee-eenheid. Als een Bassie en Adriaan. Die zonder elkaar niks voorstellen, maar met elkaar ons best doen om de mensen een beetje te vermaken. Met stunts, streken en schertsen.
Mijn pen is al zeventien jaar mijn gereedschap. Mijn enige gereedschap.
Tot twee weken terug.
Twee maanden geleden ben ik door de rechtbank in Den Bosch beëdigd als trouwambtenaar. ‘Dat verklaar en beloof ik’, heb ik de rechter geantwoord toen die me vroeg of ik naar eer en geweten deze job op me wilde nemen.
Volgende week heb ik mijn eerste ‘klus’.
We gaan een nieuw avontuur tegemoet, mijn pen en ik. Samen op interview. Samen werken aan de speech. Om samen die ceremonie voor het bruidspaar tot een onvergetelijk moment te maken.
Maar, heb ik hem gezegd, je krijgt voortaan wel gezelschap in mijn gereedschapskist. Ik heb namelijk bij een gepensioneerde timmerman een stijlvolle houten hamer gekocht waarmee ik het huwelijk met een kloeke klap op het blok kan bezegelen.
‘Dan verklaar ik jullie hierbij tot …’
Bam.
Goh, wie had dat ooit gedacht? Ik. Gezegend met twee linkerhanden. Dat ik ooit nog eens met een hamer zou gaan werken …